donderdag 23 maart 2017

Week 12 Efeziers 2:14

Weekvers 12



 Want Hij is onze ​vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken,

Efeziërs 2:14


Het eerst wat ik dacht toen ik deze tekst las was...tussenmuur? welke? Scheiding? waartussen dan?
En ook omdat het vers halverwege een zin eindigt, leek het mij goed om het hele stuk eens te lezen.


11 Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen was in het vlees en die onbesnedenen genoemd werd door hen die genoemd worden ​besnijdenis​ in het vlees, die met de hand gebeurt,
12 dat u in die tijd zonder ​Christus​ was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen​ wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld.
13 Maar nu, in ​Christus​ ​Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het ​bloed​ van ​Christus​ dichtbij gekomen.
14 Want Hij is onze ​vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken,
15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo ​vrede​ zou maken,
16 en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het ​kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft.
17 En bij Zijn komst heeft Hij door het ​Evangelie​ ​vrede​ verkondigd aan u die veraf was, en aan hen die dichtbij waren.
18 Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader.
19 Zo bent u dan niet meer ​vreemdelingen​ en bijwoners, maar medeburgers van de ​heiligen​ en huisgenoten van God,
20 gebouwd op het fundament van de ​apostelen​ en profeten, waarvan ​Jezus​ ​Christus​ Zelf de ​hoeksteen​ is,
21 en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een ​heilige​ tempel in de Heere;
22 op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.

De tussenmuur

Eerst even over die tussenmuur...nadat ik dit stuk gelezen had trof het mij dat het hier misschien wel ging om een echte muur. Het leek mij zinvol om eens te kijken hoe de tempel er in die dagen uitzag. 
Al zoekende vond ik het volgende:

Het centrale heiligdom met zijn voorhoven, en in die voorhoven o.a. het brandofferaltaar, was uitsluitend toegankelijk voor Joden, want ‘onbesnedenen’ zouden het ‘verontreinigen’ wanneer zij dat deel betraden. En om te voorkomen dat een onbesneden heiden zelfs maar per ongeluk een stap in dat gebied zou zetten stond er op enkele tientallen meters afstand een muur met doorgangen, die alleen Joden mochten passeren. En bij elke doorgang was in het Grieks een inscriptie aangebracht die de niet-Jood waarschuwde dat hij zijn leven op het spel zette wanneer hij toch verder ging. Het is die muur die Paulus bedoelt in het citaat in zijn brief aan de Efeziërs, bovenaan deze studie. We komen daar aan het eind van dit artikel weer op terug. (bron: http://broedersinchristus.nl/Tussenmuur )
Er was dus een duidelijke scheiding tussen Jood en niet-Jood. 

Vijandschap

15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan,
Hoezo vijandschap? Waaruit bestond die vijandschap dan?

Jood: 

Mocht tot God naderen op grond van het verbond met Mozes, op grond van de wet dus. Zíj waren door God uitgekozen.

Niet-Jood

Een niet-jood die in de tempel komt doet een beroep op Gods genade! Ze horen van origine niet bij het volk, maar omdat ze tóch geloven, mogen ze uit genade tot God naderen.Máár zij mochten niet in de Voorhof komen, ze mochten tot de poort en niet verder.
De vijandschap bestond dus uit een conflict tussen wet en genade....hoe kon je, zonder aan de 'regels' te voldoen, toch tot God mogen naderen?

Christus: 

Hij is de verbindende factor tussen beide! In zijn lichaam heeft hij die vijandschap tenietgedaan. In zichzelf heeft hij beide tot één nieuw mens geschapen. Beiden zijn in één lichaam met GOd verzoend, door het kruis waaraan hij de vijandschap gedood heeft.
Hij heeft het Evangelie verkondigd aan hen die veraf waren (heidenen) en aan hen die dichtbij waren (Joden). Beide hebben door één Geest toegang tot de Vader!

Galaten 3
26 Want u bent allen ​kinderen​ van God door het geloof in ​Christus​ ​Jezus.
27 Want u allen die in ​Christus​ gedoopt bent, hebt zich met ​Christus​ bekleed.
28 Daarbij is het niet van belang dat men ​Jood​ is of Griek; daarbij is het nietvan belang dat men ​slaaf​ is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in ​Christus​ ​Jezus.
29 En als u van ​Christus​ bent, dan bent u ​Abrahams​ nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.

Voor Jood en Griek geldt: Door geloof gered!

zondag 5 maart 2017

Week 9 Hoe God naar ons omziet

Want zo zegt de Here Here: Zie, Ik zal zélf naar mijn schapen vragen en naar hen omzien;
Ezechiel 34:11




Bijzonder hoe een week kan lopen. Aan het begin van deze week, toen ik het vers van de week ontving, had ik al gauw duidelijk in mijn hoofd welke kant ik op zou willen ermee. 
Namelijk dat God ons zoekt, de aarde afspeurt naar rechtvaardigen.
En toen kwam het nieuws dat een familielid plotseling zo ernstig ziek was, dat het maar de vraag was of ze wel beter zou worden....en een dag later was ze inderdaad ook overleden.
Gister was het afscheid...een mooie dankdienst voor haar leven. Het meest bijzonder vond ik nog wel dat de tekst op de rouwkaart, het thema van de dienst, zo naadloos aansloot op het vers van deze week. Het was een gedeelte uit Jesaja 55, hieronder vind je het hele hoofdstuk.


Uitnodiging tot het heil des Heren

551 O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen ​geld​ hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder ​geld​ en zonder prijs ​wijn​ en melk. 2
 Waarom weegt gij ​geld​ af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige. 
3 Neigt uw oor en komt tot Mij; hoort, opdat uw ziel leve; Ik zal met u een eeuwig ​verbond​ sluiten: de betrouwbare genadebewijzen van ​David.
4 Zie, Ik heb hem tot een getuige voor de natiën gesteld, tot een vorst en gebieder der natiën. 
5 Zie, een volk dat gij niet kendet, zult gij roepen, en een volk dat u niet kende, zal tot u snellen ter wille van de Here, uw God, en van de ​Heilige​ Israëls, omdat Hij u verheerlijkt heeft.
6 Zoekt de Here, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. 
7 De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij ​vergeeft​ veelvuldig.
 8 Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren
9 Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten. 
10 Want zoals de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt en daarheen niet weerkeert, maar doorvochtigt eerst de aarde en maakt haar vruchtbaar en doet haar uitspruiten en geeft zaad aan de ​zaaier​ en brood aan de eter, 
11 alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend. 
12 Want in vreugde zult gij uittrekken en in ​vrede​ geleid worden; de bergen en de heuvelen zullen voor u uitbreken in gejuich en alle bomen des velds zullen in de handen klappen. 
13 Voor een doornstruik zal een cypres opschieten, voor een distel zal een mirt opschieten, en het zal de Herezijn tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden.
Jesaja 55
Het trof mij dat in Jesaja 55 een beeld geschetst wordt van HOE God Zijn schapen weidt. We mogen erop vertrouwen dat Hij weet waar we naar toe gaan! Hij weet precies wat goed is voor ons!
Ditzelfde vertrouwen zien we ook steeds terugkomen in de Psalmen. Psalm 23 is daar een heel bekend voorbeeld van. 

Tijdens het overdenken van Ezechiel 34:11 deze week zag ik ook hier en daar naar voren komen dat mensen het soms lastig vinden om met schapen vergeleken te worden. Dat zijn toch van die beesten die zelf de weg niet kunnen vinden? Die achter een herder aan lopen?
En toch is dat juist het beste beeld...want is het echt zo erg om achter deze Goede Herder aan te lopen? 


Geprezen zij de Here.Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil.
Psalm 68:20